De informatiebijeenkomst in het gemeentehuis over de ontwikkelingen in het Buijtenland van Rhoon werd gisterenavond redelijk goed bezocht. Het streefbeeld van het gebied werd gepresenteerd en iedereen kon en kan daar eigenlijk wel mee leven; zowel de boeren als de natuurorganisaties en ook de recreatie komt op deze manier voldoende aan bod in het gebied.

Een paar bemerkingen waren er nog wel. Zo is daar het ontbreken van ruiterpaden in het gebied. Fiets- en voetpaden genoeg, maar er is geen aparte ruimte voor de beoefenaars van hippische bezigheden.
Ook het verkeerscirculatieplan moet nog maar eens goed tegen het licht gehouden worden, volgens de aanwezigen. Tenslotte hoopt de provincie op zo’n 600.000 bezoekers per jaar en die hoeveelheid moet natuurlijk wel in goede banen geleid worden.

En ook het parachutespringen kwam nog even aan de orde. Het terrein aan de Essendijk waar de parachutisten nu landen wordt ingepast in een stiltegebied en daar past parachutespringen, en dan vooral het lawaai van de vliegtuigjes, natuurlijk niet bij. De gedachte is om het landingsterrein naar het noorden van het gebied te verplaatsen. Maar eigenlijk zou deze sport helemaal niet meer in dit gebied passen, vonden de aanwezigen.

Voor wat betreft de op te richten coöperatie wringt nog steeds de schoen in het kader van de schadeloosstelling die de boeren voor hun land willen hebben. Belangstelling was er verder zeker voor de nog op te richten club ‘Vrienden van het Buijtenland van Rhoon’. Deze club zal gevormd worden door mensen en betrokkenen uit Rhoon die niet zijn aangesloten bij een bedrijf of een organisatie en die daarom dus geen deel uit kunnen maken van de gebiedscoöperatie.

Maandag gaat het streefbeeld naar de gedeputeerde en op 16 mei wordt het plan besproken op het Provinciehuis.