Gisterenavond heeft Maret Rombout besloten dat zij zich terugtrekt als wethouderskandidaat voor EVA. Dat betekent overigens niet automatisch dat EVA zich terugtrekt als mogelijke coalitiepartner, maar Maret Rombout stapt niet meer in een nieuwe coalitie als wethouder.
Voor het debat van maandag over de gang van zaken rond het zwembad heeft dit overigens geen consequenties; dat debat gaat zij graag aan.
Rombout beseft dat dit terugtreden ook anders uitgelegd worden, maar zij wilde in elk geval zelf de regie houden.

Een monoloog.

‘Dinsdag na het wekelijkse collegeoverleg heb ik besloten mij terug te trekken als kandidaat wethouder voor EVA. Nu donderdag ook het bestuur en de fractie van EVA kennis hebben kunnen nemen van dit besluit, breng ik dit naar buiten.

De afgelopen weken heb ik mij verbaasd over de toenemende ophef over mijn persoon. Wat begon met een standje omdat het Albrandswaards Dagblad eerder geïnformeerd was over de waarschijnlijk toekomstige exploitant van ons zwembad dan de gemeenteraad, eindigde met een discussie over mijn integriteit en de gevolgen voor mijn partij bij de coalitiebesprekingen.

De discussie werd een dag voor de verkiezingen door Stem-Lokaal geopend op twitter en inmiddels lijkt er weinig ruimte meer voor gesprek en waarheidsvinding. Komende maandag wordt er Beraad & Advies gehouden waar de raadsinformatiebrief over de gunning als bespreekpunt geagendeerd staat. Dat is het moment van gesprek en dan kan ik als verantwoordelijk wethouder horen waar de pijnpunten liggen en verantwoording afleggen over wat er gebeurd is.

Tijdens het debat van afgelopen maandag over het advies van de informateur bleek echter dat partijen het moeilijk hebben met het zwembad. Er werd geen openheid gegeven waar die moeite nu precies zat, maar non-verbaal waren de tekenen voor mij voldoende. Ik heb daarop besloten dat ik niet als wethouder wil optreden in een coalitie waar een klimaat van wantrouwen heerst.

Het is pijnlijk om te zien hoe een onderwerp als het zwembad Albrandswaard nu onderdeel is geworden van een discussie over integriteit. Waren we tot de gunning met elkaar nog unaniem trots en blij dat we het zwembad behouden hebben, nu duidelijk is geworden wie de gunning heeft gekregen wordt alles in twijfel getrokken. De gunning is gegaan naar de bewonerscoöperatie en niet naar de zwemschool.

Het pijnpunt lijkt te liggen bij twee van de leden van de bewonerscoöperatie. Zij zijn betrokken bij veel initiatieven, maar zijn ook lid van mijn partij. De suggestie is nu gewekt dat de gunning van de exploitatie om die reden naar de bewonerscoöperatie is gegaan. Zo is het vanzelfsprekend niet gegaan. De beoordelingscommissie is ook zonder mijn inbreng tot de conclusie gekomen dat de bewonerscoöperatie hoger scoorde dan de zwemschool. Dit alles zal ongetwijfeld maandag aan de orde komen, maar de wijze waarop het op voorhand al tot problemen zorgt, heeft mij tot dit besluit gebracht.’