Voormalig voorzitter van de Tweede Kamer Khadija Arib wil dat de rechter vaststelt dat het onderzoek naar haar vermeend grensoverschrijdend gedrag onrechtmatig is geweest. Op vrijdag 18 oktober dient bij de civiele rechter in Den Haag de bodemprocedure die Arib aanspande tegen de Staat, tegen Hoffmann Bedrijfsrecherche dat het onderzoek uitvoerde, en tegen de drie wetenschappers die daar toezicht op hielden. Dat bevestigt de rechtbank in Den Haag desgevraagd, schrijft De Telegraaf.
In september besloot het toenmalig dagelijks bestuur onder leiding van Kamervoorzitter Vera Bergkamp het onderzoek in te stellen. Arib werd overvallen door dat besluit, en verliet een maand later de Tweede Kamer na een carrière van bijna een kwart eeuw.
Door: ANP