Het leven loopt zelden zoals gepland

11 March 2018, 14:41 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Het leven loopt zelden zoals gepland

Het leven loopt zelden zoals gepland en/of gewenst. Dat heb ik afgelopen vrijdag ook weer eens mee mogen maken. Voor de allereerste keer in mijn leven ging ik naar een schaatswedstrijd. En niet zomaar een wedstrijdje; nee het WK allround schaatsen in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Ik had twee vrijkaarten gekregen (anders was ik natuurlijk niet gegaan) van een relatie en dus zou ik samen met mijn zoon met de trein afreizen naar Mokum. En reizen met de trein doe ik ook al niet iedere dag. Een dag vol noviteiten dus. De reis was strak gepland, dat ging niet anders, en dus kwamen we met ruim een kwartier vertraging om kwart over zeven nog net op tijd aan voor de eerste 500 meter ritjes van de dames. Onderweg hadden we op CS Rotterdam overigens nog wel even 2,40 euro toeslag moeten betalen voor de reis omdat we blijkbaar met een Intercity Direct (?) gingen.
Mijn vrouw had vooraf gelukkig op Buienradar gekeken en had ons bezworen dat het pas na 23.00 uur zou gaan regenen in de hoofdstad en om 22.00 uur zou het programma erop zitten. Dus wij zaten wel goed, dachten we. Maar helaas. Of ze had niet helemaal gekeken of ze handelde in een vlaag van meteorologische onkunde, maar droog hebben we het geen minuut gehad. De poncho’s die we eerder bij de ingang nog zo manhaftig hadden afgewezen, natuurlijk vanwege de weersvoorspellingen van mijn vrouw, zouden goud waard zijn geweest, bleek na drie uur lang in de regen gezeten te hebben. Zelf bracht mijn vrouw de avond overigens hoog en droog door in een theater.
Maar het vreemdste dat we die avond meemaakten had te maken met onze plaatsen in het stadion. Het leek zo gewoon: vak Q, rij 10, stoelen 148 en 149. We bekeken een willekeurig vak en zagen dat rij 10 daar ophield bij stoelnummer 138. Dus gingen we in het vak ernaast op zoek naar onze plekken. Vervolgens raakten we of in een aflevering van The Twilight Zone verzeild. Daar was namelijk helemaal geen rij 10 meer, wel gewoon de rijen 9 en 11 met ook de stoelnummers 148 en 149. Ook de door ons erbij geroepen steward snapte er niets van; hij haalde de ‘manager’ van vak Q er wel even bij. Maar ook die taste volledig in het duister rond de verdwenen zitplaatsen. Hoofden werden geschud en in kruizen werd gekrabd, maar onze plekken bleven onvindbaar. Uiteindelijk mochten we gelukkig elders plaatsnemen. Op overigens veel betere en ruimere plekken; dat dan weer wel. En gelukkig won Ireen Wüst op hartverwarmende wijze de 3000 meter.

Hans de Bruyn