De gemeente Rotterdam controleert veel te streng op verkamering van studentenwoningen. In de jacht op huisjesmelkers zijn sommige linkse politieke partijen in de gemeenteraad zo hard van stapel gelopen met het aanscherpen van een aantal regels in de Verordening toegang woningmarkt en de samenstelling van de woningvoorraad, dat coalitiepartij VVD ten gunste van de studenten nu op de rem is gaan staan.

Opmerkelijk samen met de fractie van de Rotterdamse Partij van de Arbeid, die eerder nog fel voorstander was van zelfbewoning van panden door huiseigenaren, terwijl dat in veel gevallen juist de panden zijn die beschikbaar zijn voor verhuur aan studenten. Raadslid Tak bij de PvdA, die wel vaker tegen het algemene standpunt van zijn fractie stelling durft in te stemmen, steunt de vrees van de VVD dat studenten in Rotterdam de stad uitgejaagd worden.

‘’Naast de vele duizenden studentenkamers van aanbieders als Stadswonen en SHH maken veel studenten de keuze om in een kleinschalig studentenhuis te wonen. In veel gevallen samen met leden van dezelfde studentenvereniging. Deze studentenhuizen zijn een belangrijk onderdeel van het studentenleven gedurende de studie’’, schrijven de raadsleden Tak (PvdA) en Verheij (VVD) aan het stadsbestuur. ‘’Maar er bereiken ons na de aanscherping van de regels nu signalen van een overijverige en zeer stringente handhaving bij studentenhuizen en verenigingshuizen die al langer bestaan. Hierdoor is grote onrust ontstaan onder de bewoners van deze panden.’’

Tak en Verheij willen van het college op korte termijn de zekerheid dat zowel aan studenten en studentenvereniging als ook aan verhuurders wordt uitgelegd wat nu precies de aanscherping van de Verordening inhoudt.