Corona kan wegverkeer nog jaren blijven afremmen

15 April 2020, 08:39 uur
Mobiliteit
mainImage

Door alle maatregelen om de uitbraak van het nieuwe coronacrisis onder controle te brengen, neemt het aantal auto's op de weg dit jaar met een tiende tot zelfs een derde af. Afhankelijk van de duur van de crisis kan het wel tot 2025 duren voordat het wegverkeer weer het niveau van 2019 overstijgt.

Met die prognoses komt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). De onderzoekers baseren zich op de scenario's voor de Nederlandse economie die het Centraal Planbureau (CPB) eind vorige maand schetste, en op actuele gegevens over de verkeersdrukte.

Door alle contactbeperkingen zijn veel mensen niet of thuis aan het werk. Ook gaan veel minder mensen de weg op voor bijvoorbeeld familiebezoek, vakantie of dagjes uit. Tussen 3 en 31 maart daalde daardoor de verkeersintensiteit op de snelwegen met bijna 40 procent, aldus de Nationale Databank Wegverkeersgegevens.

Het wegverkeer wordt ook indirect geraakt door de coronamaatregelen, doordat de economie vrijwel zeker in een recessie belandt. Dat effect is kleiner en komt ook later op gang, maar houdt volgens de onderzoekers ook langer aan. Met name het vrachtverkeer krijgt daarmee te maken.

Het KiM gaat ervan uit dat over heel 2020 het aantal auto's op de weg met 10 procent daalt, als de contactbeperkingen na drie maanden worden opgeheven. Duurt dat een halfjaar, dan neemt het wegverkeer met 20 procent af. En als de maatregelen een jaar van kracht blijven, komt die daling uit op een derde.

Na 2020 voorziet het KiM een geleidelijk herstel van het wegverkeer. Bij het vrachtverkeer kan dat langer op zich laten wachten, als de beperkingen nog het hele jaar duren en een diepe recessie volgt. In dat geval moet rekening worden gehouden met een krimp van het vrachtverkeer van 5 procent tussen nu en 2025.

Het KiM brengt wel in herinnering dat de scenario's die het CPB beschrijft met veel onzekerheid zijn omgeven, en dat dit dus ook geldt voor de eigen prognoses. Ook is onbekend of andere factoren van blijvende invloed kunnen zijn op mobiliteit, zoals gewenning aan thuiswerken. Daar is dan ook geen rekening mee gehouden.