De gele bloemen die in het voorjaar vele kilometers bermen, dijken en slootkanten prachtig geel kleuren, zijn meestal Raapzaad. Een vrolijk gezicht en voedsel voor bijen, vlinders en andere insecten. Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. Raapzaad is een sterke plant die gemakkelijk andere soorten verdringt. Terwijl verschillenden soorten juist goed zijn voor de biodiversiteit.
 
Klepelen
Raapzaad houdt van voedselrijke grond met voldoende kale plekken. Daarom doet raapzaad het zo goed in geklepelde bermen. Klepelen veroorzaakt vaak kale plekken op de grond. Het maaisel blijft liggen. Dat is extra voeding voor soorten als raapzaad. Klepelen is snel en goedkoop. Maar het doodt helaas ook 80% van de insecten.
 
Anders maaien
Daarom gaat het waterschap op steeds meer plekken anders maaien: minder klepelen, minder kort maaien en meer gefaseerd. Na verloop van tijd zullen snelgroeiers als raapzaad het daardoor minder goed gaan doen, waardoor ook andere plantensoorten een kans krijgen. Zo gaan de bermen en slootkanten er steeds gevarieerder en kleurrijker uitzien.