Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard heeft bekend gemaakt dat niemand - geen enkele inwoner en/of ondernemer - zal worden gecompenseerd voor de hoogte van de lokale heffingen. Het college heeft dat laten weten in een raadsinformatiebrief vanwege vragen van de fractie van het CDA.

"Er is geen aanleiding om af te wijken van het huidige beleid ten aanzien van de raming van de OZB-opbrengst en de bepaling van de OZB-tarieven", geeft het college aan. "Vooralsnog is er geen aanleiding om het beleid te wijzigen. Bij waardestijging gaan de tarieven omlaag en omgekeerd gaat er bij waardedaling de tarieven omhoog. Het beleid dat de totale OZB-opbrengst voor de gemeente met 3% stijgt blijft gehandhaafd."

Wel beseft het college dat het voor velen niet geheel duidelijk is waarom er sprake is van een stijging van de lokale heffingen. "Wij realiseren ons dat de beschikking van SVHW die onze inwoners en bedrijven krijgen meerdere componenten (lokale heffingen) bevat dan alleen de OZB", stelt zij. "Er is geen afwijking van ons huidig beleid bij de bepaling van de OZB-opbrengsten. Bij het opstellen van de begroting wordt jaarlijks uitgegaan van een schatting van de gemiddelde waardestijging voor het komende belastingjaar op basis van de marktontwikkelingen. In Albrandswaard is deze gemiddelde waardestijging voor woningen 14,6% en voor de niet-woningen 1,2%. Deze waardestijging zal niet meer dan een stijging van 3% aan totale OZB-opbrengsten met zich mee moeten brengen. Dit percentage is gebaseerd op bestaand beleid om de totale OZB-opbrengst jaarlijks te indexeren. Dit staat los van de WOZ-waardestijging, die ten tijde van de begroting is geschat op 14,6%." De hogere opbrengst ligt daarom slechts rond de 3%, zoals eerder in de begroting voor 2023 was opgenomen.

Kostendekkend
De aanslag afvalstoffenheffing voor 2022 is ook volgens het college uitgepakt als verwacht. " De aanslag afvalstoffenheffing was over 2022 kostendekkend. Bij de begroting is hier ook vanuit gegaan.. De jaarrekening moet uitwijzen wat de daadwerkelijke kosten zijn van het aantal ledigingen, huishoudens etcetera. De uiteindelijke resultaten komen terug in de jaarrekening. Deze resultaten, en opgedane ervaringen worden meegenomen in de begroting 2024. Op basis hiervan worden de tarieven voor 2024 bepaald en ter besluitvorming aan u voorgelegd."