Er zijn te weinig werkplekken voor jongeren met een taakstraf, zegt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) die zich daar zorgen over maakt. Het aantal jongeren met complexe problemen, zoals extreem schoolverzuim of een ingewikkelde thuissituatie, dat een taakstraf krijgt is toegenomen. Ook zijn veel plekken waar jongeren normaal hun taakstraf uitvoeren door de coronacrisis gesloten.

Elk jaar komen zo'n 6000 jongeren met een taakstraf terecht bij de RvdK. De jongeren zijn tussen de 12 en 23 jaar. Momenteel wachten jongeren gemiddeld twee maanden na de uitspraak van de rechter voor ze aan hun taakstraf kunnen beginnen. Dat verschilt per regio. "We zoeken naar locaties die passen bij de jongeren of het werkveld waar jongeren later terecht willen komen. Het gaat om plekken bij non-profitorganisaties waar ze maatschappelijk werk kunnen verrichten, zoals kinderboerderijen, een milieustraat van de gemeente of kringloopwinkels", zegt een woordvoerder. "Door de coronacrisis zijn veel van dat soort locaties tijdelijk gesloten."

Het tekort aan geschikte werkplekken en begeleiders speelt al langer. "Dat komt onder meer doordat we de laatste jaren vaker jongeren met een taakstraf met meerdere problemen zien", aldus de woordvoerder. "De lichtere zaken gaan nu naar bureau Halt. De jongeren met complexe problemen hebben intensievere begeleiding nodig. Niet iedereen kan dat."

Uit een onderzoek dat de RvdK in Noord-Brabant deed, blijkt dat de helft van de gezinnen van jongeren met een taakstraf ook bekend is bij instanties voor vrijwillige jeugdhulp. In Den Bosch heeft 73 procent van de jongeren al een andere vorm van hulpverlening gehad, in Eindhoven 62 procent. Van de jongeren die een taakstraf krijgen is 90 procent man en 10 procent vrouw.

De RvdK is maandag met een campagne begonnen om geschikte taakstrafbegeleiders en nieuwe werkplekken te werven.