Ook broers en zussen krijgen standaard recht op een schadevergoeding als iemand door toedoen van een ander overlijdt of ernstig gewond raakt. De ministerraad is vrijdag akkoord gegaan met een wetswijziging om dat te regelen, meldt demissionair staatssecretaris Arno Rutte (Justitie, VVD).

Sinds 2019 is het mogelijk om een vergoeding te krijgen voor 'affectieschade', het leed dat iemand ervaart als een dierbare overlijdt of blijvend ernstig gewond raakt. De dader betaalt de vergoedingen, die vastliggen tussen de 12.500 en 20.000 euro.

De wet werkt, schreven onderzoekers vorig jaar. Maar het was moeilijk uit te leggen dat broers en zussen van het slachtoffer niet zomaar in aanmerking kwamen voor de vergoedingen. De Tweede Kamer wilde de schadevergoeding uitbreiden, en het kabinet beloofde al om dit te doen.

Dat broers en zussen doorgaans worden uitgesloten, kan "zeer pijnlijk en onrechtvaardig" voelen, zegt staatssecretaris Rutte in een verklaring. "Met dit wetsvoorstel wordt de positie van broers en zussen als nabestaanden versterkt." De bedragen moeten met de wijziging ook omhooggaan.

Vanaf maandag kan iedereen reageren op de wet. Vervolgens moet het voorstel nog langs de Raad van State en beide Kamers.

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) waarschuwde dat elke uitbreiding "lastige vragen" oproept: waarom de ene groep niet en de andere wel? Sommige mensen vonden bijvoorbeeld ook dat kleinkinderen standaard een vergoeding moeten kunnen krijgen.

"Je zult ergens een grens moeten trekken", zei Rutte hierover. "En broers en zussen staan wel dusdanig dicht bij het slachtoffer dat wij het redelijk vonden om hen toe te voegen aan de kring." Anderen kunnen een beroep doen op een uitzondering in de wet.