Minder vuurwerkschade op straat dan bij vorige jaarwisseling

7 January 2023, 10:23 uur
Landelijk
mainImage
ANP

Bij de afgelopen jaarwisseling is aanzienlijk minder schade aangericht aan prullenbakken, lantaarnpalen, bankjes en andere eigendommen van gemeenten dan een jaar eerder. En dat terwijl in de meeste plaatsen mensen weer zelf vuurwerk mochten afsteken, voor het eerst in jaren. Dat is het eerste beeld dat naar voren komt uit een rondgang van het ANP langs ongeveer 160 van de 342 gemeenten in Nederland.

Ongeveer negentig gemeenten hebben tot nu toe de schade vastgesteld. Bij elkaar opgeteld is daar tijdens de afgelopen jaarwisseling voor bijna 1 miljoen euro schade aangericht. In diezelfde gemeenten bedroeg de rekening vorig jaar bijna 1,5 miljoen euro. In zo'n twintig gemeenten was er meer schade dan vorig jaar en in meer dan vijftig gemeenten namen de kosten af.

Zo'n zestig gemeenten zijn nog bezig met het inventariseren van de schade en kunnen daarom nog geen bedrag noemen. Daaronder zijn steden als Rotterdam (vorig jaar 350.000 euro schade) en Den Haag (vorig jaar 465.000 euro). Ook steden als Utrecht, Eindhoven, Breda, Nijmegen, Apeldoorn, Haarlem, Enschede, Zwolle, Zoetermeer, Leiden en Delft zijn nog bezig om de schade in kaart te brengen.

Amsterdam heeft vooralsnog de grootste kostenpost. In de hoofdstad is voor 217.400 euro schade aangericht. Volgens de gemeente zijn 66 afvalbakken, 43 containerputten, 23 ondergrondse en 12 bovengrondse containers, 15 parkeerautomaten, 25 abri's, 41 verkeersborden, twee straatnaamborden en een bankje beschadigd. Dit is wel minder dan vorig jaar, toen de schade ruim 260.000 euro bedroeg.

In het Overijsselse Hellendoorn is de schadepost bijna verdubbeld, van 14.500 euro naar 28.500 euro. "Vooral het vervangen van een compleet speeltoestel is een grote kostenpost", laat de gemeente weten. Ook in buurgemeente Rijssen-Holten steeg de rekening, van bijna 12.500 euro naar ruim 27.000 euro. Zutphen heeft nu bijna 30.000 euro schade, tegen ruim 20.000 euro vorig jaar.

In Pijnacker-Nootdorp daalden de onkosten het meest. De Zuid-Hollandse gemeente had vorig jaar een van de hoogste rekeningen van het hele land, na de grote steden. De schade bedroeg toen 64.475 euro. De kosten zijn nu gedaald naar 19.500 euro. Dat de schade vorig jaar zo groot was, komt doordat vandalen vernielingen aanrichtten op een sportpark. Hekken, dugouts, een kunstgrasveld en een speeltoestel werden vernield en moesten daarom vervangen worden.

Ook Nunspeet (van 45.000 naar 4000 euro), Oss (van 60.260 naar 25.703 euro) en Dordrecht (van 51.600 naar 19.600 euro) hoeven nu veel minder beschadigingen te laten herstellen. De schade in Staphorst kwam deze jaarwisseling uit op slechts 500 euro. "Op een enkel verkeersbord na is er niets vernield", aldus de gemeente. Een jaar eerder had Staphorst over heel december 20.000 euro schade. Volgens de gemeente was die maand onrustig "vanwege corona en het vuurwerkverbod".

Roosendaal maakt geen inventarisatie van de schade. Een woordvoerder van de Brabantse gemeente laat weten: "Het is een onjuiste gedachte om te verwachten dat een gemeente op oudejaarsmiddag alle verkeersborden, prullenbakken, abri's, speeltuinen en ander straatmeubilair controleert op schade, om vervolgens op nieuwjaarsdag opnieuw een inspectie te doen. Dat is geen reële verwachting. Ieder genoemd bedrag zou discutabel zijn."

 


Door: ANP