Hiddema: Niet aanpakken moslimextremisme is politieke onwil

14 November 2020, 10:30 uur
Landelijk
mainImage
ANP
Theo Hiddema (FVD).

Theo Hiddema (FVD) waarschuwt voor het gevaar om te lang stil te staan bij het overduidelijke belang van de vrijheid van meningsuiting. Dit deed hij in het Kamerdebat naar aanleiding van de islamitische terreuraanslagen in Frankrijk. In plaats van te vervallen in clichés over onze westerse waarden, moeten we nu eindelijk optreden tegen hen die er de oorlog aan hebben verklaard: radicale moslims. “Hoeveel wake-up calls in Parijs, Nice of Wenen zijn er nog nodig?” vraagt Hiddema zich hardop af. De oud-topadvocaat wijst op de juridische mogelijkheden die er zijn om anti-westerse sentimenten effectief te bestrijden in de moslimgemeenschap. Dat hier geen gebruik van wordt gemaakt is een kwestie van politieke onwil, aldus Hiddema.
 
Als we de fundamentele aanval op onze vrijheid van meningsuiting door radicale moslims willen stoppen, moeten we salafistische koranscholen en moskeeën die in georganiseerd verband geweld aanmoedigen, gaan aanmerken als criminele organisaties, vindt Hiddema. “Stop met pappen en nathouden.” Alleen als we hard optreden tegen islamitische organisaties die een vijandige ideologie verspreiden, kunnen we onthoofdingen en onderduikingen voorkomen, betoogt de nummer twee van Forum voor Democratie.
 
Hiddema zegt dat het Wetboek van Strafrecht voldoende houvast biedt - tijd verspillen aan nieuwe wetgeving is onnodig. Volgens de immer juridisch toegeruste Hiddema zouden de artikelen 140 en 126l direct de mogelijkheid bieden tot het afluisteren en ontmantelen van radicale islamitische organisaties: “Je moet die salafisten uitroken. Je moet ze infiltreren. Je moet ze de hete adem in de nek jagen.”