Studenten die na een hbo-bachelorstudie een universitaire master volgen, hebben geen recht op een prestatiebeurs. Studenten die een hbo-master doen, krijgen die beurs wel. Een studente vindt dit discriminatie en stapte daarom naar de rechter, maar de Centrale Raad van Beroep heeft haar eis dinsdag afgewezen.

De rechtbank in Utrecht had de studente afgelopen december wel gelijk gegeven. Zij moest alsnog de prestatiebeurs krijgen, omdat de rechters vonden dat de overheid ten onrechte onderscheid maakte tussen hbo-masterstudies en universitaire masters. Het ministerie van Onderwijs ging daartegen in beroep.

Volgens de Centrale Raad van Beroep telt een hbo-bachelor als 'initieel onderwijs', omdat studenten daar genoeg leren voor een baan. Ze hebben daar niet per se een universitaire master voor nodig. De overheid mag daarom onderscheid maken, oordelen de rechters. Als dat toch moet veranderen, is het niet aan de rechter, maar aan de politiek om in te grijpen.

De rechters zeggen ook dat de studente andere manieren heeft om haar universitaire master te betalen. Zo heeft ze drie jaar lang recht op studiefinanciering in de vorm van een lening. Bovendien behoudt zij haar ov-jaarkaart.

Elk jaar beginnen 50.000 tot 55.000 mensen aan een masterstudie op een universiteit. Ongeveer 10 procent van hen komt van een vooropleiding aan een hbo. Het is niet bekend hoeveel van hen een hbo-master hebben gehaald en hoeveel via een hbo-bachelor zijn ingestroomd.