Een op de acht sterfgevallen in Nederland is vorig jaar veroorzaakt door het coronavirus. Dat komt neer op ruim 20.000 mensen, ofwel twaalf procent van het totale aantal doden. Aan hart- en vaatziekten overleden 37.000 mensen en aan kanker bezweken 47.000 mensen. In totaal overleden vorig jaar 168.678 inwoners van Nederland, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferd.
In vergelijking met 2019 nam het aantal doden met 16.800 personen toe. In alle leeftijdsgroepen speelde het coronavirus daarin een rol. Onder ouderen nam het aantal sterfgevallen aan kanker, longziekten, ziekten van het zenuwstelsel, psychische stoornissen en hart- en vaatziekten af, maar er gingen veel ouderen dood aan een coronabesmetting. Ook stierven met name 80-plussers met een chronische ziekte vroegtijdig door Covid-19. Dat gebeurt ook als er een fikse griepepidemie heeft geheerst, zegt het statistiekbureau.
De sterfte aan kanker en hart- en vaatziekten is in 2020 weer iets gedaald. Dat is al sinds 2000 het geval. Sinds 2018 daalt ook het aantal mensen dat aan ziekten zoals Alzheimer en dementie overlijdt. Daarentegen stijgt het aantal mensen dat sterft aan een niet-natuurlijke oorzaak zoals een ongeluk, moord, doodslag of zelfdoding. In 2020 gingen hieraan 52 op de 100.000 mensen dood. Overlijden door of na een valpartij komt volgens het CBS steeds vaker voor, vermoedelijk omdat mensen steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen.