Slaap is genoten dood

18 December 2020, 13:13 uur
Columns
mainImage
Otto van Duijn

De jonge vrouwelijke arts-assistent, anesthesioloog in opleiding, vertelde bij de ochtendoverdracht van de patiënten op de intensive care over een, in de afgelopen nacht opgenomen, 56-jarige vrouw met een hersenvliesbloeding. De echtgenoot van deze vrouw was rond twee uur wakker geworden van een rochelend gesnurk. Hij probeerde haar te wekken maar kreeg haar tot zijn horror niet wakker. Hij belde onverwijld 112. Vanwege het diepe coma werd, door het mobiel medisch team, een beademingsbuis in haar luchtpijp ingebracht en werd zij aangesloten op een mechanisch beademingsmachine. Op de CT-scan van de hersenen was een grote bloeding zichtbaar. Haar bloeddruk, op de intensive care gemeten via een dunne katheter in haar polsslagader, was torenhoog. Op toegediende pijnprikkels strekte zij haar arm als teken van zeer ernstige hersenschade. De vooruitzichten van zijn dan over het algemeen somber. 

Slaap is genoten dood,’ schreef Friedrich Hebbel (18 maart 1813 – 13 december 1863) in zijn Tagebücher in 1846 (vertaald in: Een blinde bij zonsopgang. Bladen uit een dagboek. Privé Domein, Arbeiderspers, 1995: p. 204). Ik moest daaraan denken toen de jonge arts over de vrouw vertelde. De vrouw was in de avond naar bed gegaan in het vertrouwen de volgende ochtend weer op te staan. Zij zal plannen hebben gehad voor de komende dag. Plannen voor de komende dagen of zelfs weken. Plannen die zij nooit meer tot uitvoer zal kunnen brengen. Zij is abrupt en voor altijd hiertoe verhinderd. 

De vrouw zal door de opgelopen schade aan haar hersenen door de acute bloeding niet overleven. Soms, maar zelden, zitten de artsen er radicaal naast bij hun voorspelling. Deze keer lijkt mij dat niet. Het coma, de slaap, zou voor deze vrouw naadloos overgaan in de dood. ‘Slaap’ is inderdaad ‘genoten dood.’ Totdat de slaap in voltooide dood is overgegaan. 

Waarom zijn mensen toch zo bang voor sterven? De dood is weliswaar vaak geniepig, deze overvalt je dan plotseling. Het is als gaan slapen. Of als flauwvallen. Alleen dan zonder ontwaken of weer bij kennis komen. We zijn ’s-avonds toch niet bang om te gaan slapen? We doen het elke dag. Soms zelfs meerdere malen per dag. Ik heb geen angst om in de namiddag een middagdutje te doen. Doe mijn ogen dicht en val in slaap. Je glijdt in slaap. Ook glijden mensen de dood in. Geen moeite. Altijd dat geneuzel over strijd. Strijden doe je tijdens leven en niet tijdens het sterven. Een doodsstrijd is iets in de beleving van de na-bestaanden. Zij denken dat het gaspen, reutelen en zwoegen van de stervende een bewuste strijd is. Maar dat is het niet. De stervende ontgaat het dat hij ligt te gaspen, te lekken en te reutelen. De levende na-bestaanden ontgaan dat niet en vertalen dit als doodsstrijd. Zij schrijven dan boven het overlijdensbericht dat na een zogenoemde ongelijke strijd is overleden. Maar dat heeft niets met het sterven of de dood te maken. Als er al sprake was van strijd dan is dat tijdens het leven geweest. Stervenden strijden niet meer. De dood is passief. De dood is geen persoon maar een toestand. De levende wordt een dode. Stuivertje wisselen. Een overgaan van de ene toestand naar een andere. Net zoals inslapen of flauwvallen. Je levert ook geen strijd om in te slapen en zeker niet als je flauwvalt.

Op de intensive care hebben we onlangs een jonge vrouw behandeld die een zelfdodingspoging had ondernomen. Zij was van bijna twintig meter hoogte naar beneden gesprongen. Door diepzwarte depressieve gedachten had zij voor de uitgang van de dood besloten. Eigenlijk verkoos zij niet de dood, maar voor het vooruitzicht op de nooit-ontwakende slaap. Ontwaken uit de tijdelijke slaap genereerde waarschijnlijk onmiddellijk weer het verlangen tot slaap. Wellicht kwam de slaap überhaupt niet. Zij wilde niet meer bewust zijn. Vandaar het verlangen naar niet meer wakker worden. Naar bewusteloosheid. Niet meer bewust zijn van haar depressieve gedachten, van de zwarte wereld. Vanaf het moment dat haar lichaam, na de sprong, de bodem raakte tot aan het moment van haar overlijden (wij zagen, gezien de zeer ernstige schade aan haar lichaam, uiteindelijk, in goed overleg met haar ouders, af van verder behandelen) was zij buiten bewustzijn, diep comateus, ogenschijnlijk diep in slaap. Coma is het Griekse woord voor slaap. Zeer ernstige schade aan haar hersenen zorgde ervoor dat zij de door haar verkozen nooit-ontwakene slaap kreeg op het moment van de catastrofale impact van de plots geremde val. Dat haar hart nog klopte en haar zwaar getraumatiseerde lichaam van bloed voorzag wat het resultaat van de behandeling op de intensive care. Mechanische beademing, toediening van bloeddrukverhogende medicatie, enzovoort enzoverder. Wij rekten het sterven met uren maar de niet-ontwakende slaap was reeds vanaf opname, vanaf het moment dat haar lichaam de harde bodem raakte, aanwezig. Ze sliep om nooit meer te ontwaken. Op haar gezicht was geen strijd zichtbaar, geen moeite. Toen de mechanische beademing werd gestaakt gleed zij de lichamelijke dood in. Geen moeite. Geen strijd. Slaap is genoten dood. 

dr Erwin Kompanje is klinisch ethicus en universitair hoofddocent aan het Erasmus MC in Rotterdam. Meer blogs lezen? Klik hier.