Het wooncomplex Pompenburg aan het Hofplein moet wijken voor drie woontorens waarin 1.477 woningen worden ondergebracht, een hotel, horeca, kantoren en parkeergelegenheid.
De ingreep kost 226 gerenoveerde sociale huurwoningen met een energielabel A. Woningen die dus nog jarenlang mee kunnen. En net als in de Tweebosbuurt begrijpt het stadsbestuur niet wat hier op het spel staat.
Ik weet: nieuwe woningen zijn nodig om de wooncrisis te bestrijden. Maar dat doe je niet door bestaande, goed functionerende sociale woningbouw te slopen. Dat is het paard achter de wagen spannen. Het slopen van Pompenburg zorgt niet voor méér sociale woningen, maar wel voor een tekort aan betaalbare huurwoningen. Dat maakt de stad niet veiliger, prettiger of socialer.
Met de aankondiging van de komst van de torens RISE spreekt het stadsbestuur niet over stenen, niet over stedelijke ontwikkeling, maar over mensen. Over levens die met elkaar verweven zijn. Over een gemeenschap die door de jaren heen is opgebouwd en wordt vernietigd. Er komt een einde aan een netwerk van mensen die op elkaar vertrouwen. Mensen die samen herinneringen hebben gemaakt, die samen zijn opgegroeid, en samen oud wilden worden.
Pompenburg is niet zomaar een wooncomplex. Net zoals de Tweebosbuurt niet zomaar een wijk was. Dit zijn gemeenschappen waar mensen decennialang samenleven. Waar de buurman je planten water geeft als je op vakantie bent. Hier groeiden mensen niet alleen op, maar groeiden ook naar elkaar toe. Het stadsbestuur sloopt dus niet alleen muren, maar ook menselijke banden.
Het omver bulldozeren van Pompenburg is fout, want het gaat ten koste van sociale cohesie en bevordert een griezelige vervreemding. Weg veiligheid. Weg geborgenheid. Weg saamhorigheid. Een stadsbestuur dat dit beslist is en op z'n geweten heeft is een stadsbestuur zonder ziel.