‘Marokkanenprobleem’: Stop met toekijken en wegpraten

1 December 2022, 15:42 uur
Columns
mainImage

We waren al aan het pamperen tot aan 1988. Maar dat bleek na een vracht aan debatten in de Rotterdamse gemeenteraad niet genoeg. Dus: dóór met pamperen. In beleidstermen: de-escaleren. Om erger te voorkomen. Maar het werd alleen maar erger. Vervolgens ging Pim Fortuyn het sterk benoemen. Maar dat beviel de dames en heren niet zo goed in Den Haag, dus schoten ze de boodschapper maar dood! 

Maar het probleem bleef en tot op heden is er niet echt veel veranderd. Er zijn nog steeds Marokkaans-Nederlandse mannelijke jongeren met ernstige sociale problemen die als gevolg daarvan radicaliseren en voor grote overlast zorgen. Hun groepsimago is negatief en ze verzieken het daarmee voor de goedwillenden.

De eerste keer dat Marokkanen in het middelpunt van de maatschappelijke aandacht kwamen was in 1988 toen een interne beleidsnotitie van de Amsterdamse gemeenteraad met daarin verontrustende berichten over de toenemende criminaliteit onder ‘Marokkaanse jongeren’ in het Amsterdamse stadscentrum uitlekte naar de pers. Het op dat moment bestaande taboe op het koppelen van criminaliteit aan etnische groepen leek in de daarop volgende maatschappelijke reactie te zijn doorbroken (lees: Hans Werdmölder, 1989; Maas de Waal, 1991; Bovenkerk, 2003, Van Swaningen, 2006).

In de loop der jaren volgden meerdere grote incidenten waarop soortgelijke negatieve maatschappelijke reacties zich in de media ontvouwden: de rellen in Slotervaart (1998, 2007), de moord op Theo van Gogh (2004), de dreiging van de Hofstadgroep (2004-2006), de dood van ‘tasjesdief’ Ali El B. (2005), het Goudse bus-incident (2008), de rellen in Culemborg (2009-2010), het dodelijke grensrechterincident (2012), de juweliersoverval in Deurne (2014) en de liquidaties binnen de ‘Mocro-maffia (2012 tot nu). 

Met name mannen van Marokkaanse herkomst tussen de 18 en 25 worden vaak van misdrijven verdacht. Cijfers uit 2012 spreken over 20,3% in die leeftijdscategorie. Dat is meer dan vier keer zo veel als verdachte autochtone mannen van dezelfde leeftijd (4,5%).

Dat inwoners met een niet-westerse achtergrond vaker daders van deze criminaliteit zijn en dat er ook bij ‘kleinere’ incidenten zoals overlast op straat, in zwembaden, in badplaatsen, op voetbalvelden grote procentuele verschillen bestaan tussen jongens van Marokkaanse afkomst en andere etnische groepen, kan men allemaal teruglezen in de reeks SCP-rapportages (Sociaal en Cultureel Planbureau), in ‘Rapportage Minderheden’ van 1995 tot en met 2005 en SCP/CBS-rapportages (Centraal Bureau voor de Statistiek) en de ‘Jaarrapportage Integratie’ van 2005 tot en met 2014.

Op de oververtegenwoordiging van Marokkaanse Nederlanders zijn er totaal 11.840 veroordeeld in 2021. 

We hadden in 2021 totaal 139.580 verdachten mannen en vrouwen. Daarvan 67.540 met een Nederlandse achtergrond, 71.340 met een migratie-achtergrond en daarvan weer 46.260 met een niet westerse.

In de top 5 van de sociale problemenladder, met stip op 1: 11.840 met een Marokkaanse achtergrond.
2: 7.600 Met een Surinaamse achtergrond,
3: 6.870 met een Poolse achtergrond.
4: 6.270 met een Turkse achtergrond,
5: 5.160 de Antilliaanse Nederlanders.

Zie ook de reacties in de media en voor een uitgebreide behandeling van de oververtegenwoordiging verwijs ik naar de rapportage CBS 2021: https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/81959NED

Advies: Eindelijk eens stoppen met academische werkelijkheden. Toekijken en wegpraten ging en gaat het niet oplossen.
En blij dat een gedeelte van de Marokkaanse gemeenschap nu ook eens zelf opstaat tegenover dit rellende tuig.