Ik word miesj van woke, duurzaam, GroenLinks en D66...

9 May 2023, 08:44 uur
Columns
mainImage

Laatst las ik weer een aandoenlijk stukje stadhuisproza om de nieuwbouw op Zuid te propageren. Voor een veiliger, gezonder en kansrijker opgroeiklimaat.

Zeg nou zelf: wel erg melig, toch?

In gedachten zie ik zo’n tekstambtenaar dan ijsberen op de gang van het stadhuis om een tweede reden eraan toe te kunnen voegen. Liefst nog een derde, vierde en vijfde, want een bouwwethouder is volledig afhankelijk van ambtenaren, maar wil wel de indruk wekken dat er over is nagedacht. Dus even goed persen. Hebbes: nieuwbouw om kwetsbare gezinnen te helpen en armoede en schulden te bestrijden.

Kort daarna volgt een suffe standaardzin die tegenwoordig voor elk politiek voorstel wordt gebruikt: nieuwbouw om het vertrouwen in de overheid zichtbaar te maken.

Daarmee wordt bedoeld: te verbeteren, omdat het kloten was. Maar dat mag niet geschreven worden. Ook niet gezegd. De raadsleden die redelijk gulzig waren in dit soort duidelijkheden zijn allang verdwenen. Dries Mosch heeft zelfs een keer een collega een lul genoemd en ik blijf het jammer vinden dat later de jonge Kevin van Eikeren iets te hebberig omsprong met zijn verzekeringspolis, want die kon er ook wat van.

Leefbaar – PvdA, ze riepen nog niet tegen elkaar: hou je muil.

Eigenlijk is van de originele garde Rotterdamse politici die het hart op de tong had alleen Benvenido van Schaik nog over. Een standwerker op de markt. Die staat wel iets dichter bij de mensen dan iemand die zich in correct Nederlands het leplazarus lult om in Rotterdam de CO2 te verminderen omdat haar man een jofele groene bv heeft. Ik noem haar naam niet, maar ze is de ex-verkeerswethouder. Ze halveerde de Pleinweg en de ’s Gravendijkwal aan auto’s en vergat daarmee alle patiënten in het Erasmus MC die graag op tijd bezoek hebben.

Meedogenloos? Ik ga er niet vanuit. Maar toen ik er haar op wees, verdomde ze het te herstellen.   

Mijn weerzin tegen alles wat ook maar een beetje GroenLinks is bereikt rond de datum van 6 mei en soms nog dagen daarna nog steeds het kookpunt. Ik was de allerlaatste Rotterdammer met wie Pim Fortuyn op die dag in 2002 sprak. De man scheet in z’n broek van angst. Dat zei hij ook toen hij op 6 mei 2002 ’s morgens te gast was bij Feyenoord. Pim was zwaar bekakt, maar sprak wel mensentaal.

Dus u begrijpt, ik word langzamerhand miesj van woorden als: inclusie, verduurzaming, circulair, transitie, woke en structurele discriminatie.

Zodra ze het hebben over vleesvervangers, grondstoffen, CO2, waterstof, Rob Jetten, Jesse Klaver en Jan Rotmans schiet ik nog inschikkelijk in de lach. Maar Frans Timmermans, Tunahan Kuzu, Bas Paternotte en die geile directeur van die rijbewijzenfabriek, wiens naam me nu even ontschoten is maar die het thans staatsgevaarlijke D66 herstelde, vind ik eikels. 

En kom nou niet aan met het stijflinkse geneuzel over die natuur, want ik woon midden in de natuur, ik verzorg mijn natuur, alles groeit en bloeit bij mij naar de voorschriften van het programma Weer of Geen Weer waarmee de VARA me opvoedde. Ik ben de Bert Garthoff van 2023. Daar kunnen al die engnekken die via GroenLinks en D66 een vermogen verdienen aan dat natuurgeneuzel een voorbeeld aan nemen. De planten die bij mij niet groeien worden opgevreten door de herten. Maar dat mag.   

En nu stop ik, want ik moet weer de tuin in. Ik ben bezig met het opstapelen van gekapt hout om het als afscheiding van de weg te laten afsterven totdat het over twintig jaar compost is. Maar daar hebben die klimaattheoretici in de stad nog nóóit van gehoord. Die fietsen alleen maar. De meest luie elektrisch.