De Rotterdamse raadsleden Hoesein (Denk) en Segers-Hoogendoorn (CDA) zorgen voor opmerkelijke tegenwind bij de windmolenplanning. De energiepalen van GroenLinks moeten voortaan zover mogelijk uit de buurt van de bewoonde wereld blijven. De gemeenteraad is in meerderheid akkoord gegaan met een onderzoek of de zee en besloten havengebieden niet veel logischer plekken zijn.

Volgens de startnota Versnelling Windenergie staat er een opgave voor de gemeente Rotterdam om 150 MW extra opgestelde capaciteit voor windvermogen te realiseren voor 2021. Daarvan gaat naar verwachting het windpark op de Maasvlakte 2 gemiddeld 102,5 MW opleveren. Cijfers die volgens Denk en CDA sprekend zijn voor de wens tot uit-het-zicht bouwen van de totempalen die in woon- en leefgebieden overlast bezorgen.

Niet alle politieke partijen volgden het voorstel van Denk en het CDA. De Rotterdamse fracties van GroenLinks, D66, PVV en Nida houden de palen liever bij zich of verafschuwen juist plaatsing in zee. De PvdA was opnieuw verdeeld.