Uit een onderzoeksrapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over ongelijkheid in inkomen en vermogen in Nederland komt naar voren dat de vermogensongelijkheid in Rotterdam het hoogst is binnen Nederland. Maatstaf voor de ongelijkheid is daarbij de genormaliseerde Ginicoëfficiënt, dat voor Rotterdam gelijk is aan 0,89.

Omdat over de toe- of afname van deze ontwikkeling en de oorzaken daarbij niet gesproken wordt en er ook geen voorspelling van de ontwikkeling van ongelijkheid inkomen en vermogen wordt gedaan, wil de fractie van de Turkse beweging Denk dat wethouder Moti (PvdA) die gegevens alsnog boven tafel krijgt.

Raadslid Enes Yiğit vindt het van belang om de ontwikkelingen in de trends van vermogens- en inkomensongelijkheid op de voet te kunnen volgen en hoopt dat Moto inzicht heeft in de trends over de afgelopen decennia. Bovendien vraagt hij zich af ‘’of het stadsbestuur het met hem eens is dat het schandalig is dat Rotterdam koploper is met betrekking tot inkomen- en vermogensongelijkheid?’’