De gestarte duurzame aanpak van vroegsignalering en outreachend in het kader van voedselvoorziening in Rotterdam is stil komen te liggen door de coronacrisis. Dat schrijft wethouder Grauss aan raadslid Enes van Denk, die aan de bel had getrokken nadat Voedselbanken Nederland ervan overtuigd bleek dat het aantal mensen dat niet in staat is om voldoende eten te kopen en regelmatig honger heeft, veel groter is dan de groep die nu wordt geholpen.
‘’We trachten zo veel mogelijk in samenwerking met de vele hulpverleners van bijvoorbeeld de wijkteams en welzijnsorganisaties om deze mensen toch op te sporen, zodat we hen kunnen aanmelden bij de Voedselbank Rotterdam of hen kunnen attenderen op een van de vele kleinschalige voedselinitiatieven’’, laat Grauss weten ter opvanging van het ontstane probleem.
De exacte aantallen van Rotterdammers die nu gedupeerd zijn, is niet bekend, zegt Grauss. ‘’De Voedselbank Rotterdam bepaalt autonoom, los van de gemeente, wie hun doelgroep is. Dit doen zij op basis van een draagkrachtberekening. Daarbij hanteren zij hun eigen criteria.’’
Naast de Voedselbank Rotterdam zijn er ook kleinere voedselinitiatieven in de stad. Zij delen net als de Voedselbank Rotterdam pakketten uit of bieden een maaltijd tegen een lage prijs. Maar ook deze initiatieven bepalen zelf wie ze hun hulp aanbieden.
Als doelgroep voor het gemeentelijke armoedebeleid hanteren we de inkomensnorm tot 110% van het Wettelijk sociaal minimum (WSM). De omvang van deze groep is wel in kaart gebracht. Op 1 januari 2018 waren dat 56.200 huishoudens.