door Jan D. Swart
De extravaganza tijdens de plezierweken rond het Songfestival, aangekondigd als één langgerekte Koningsdag met citydressing en moederdagplaza’s, allemaal mooi en aardig op de Binnenrotte, ‘’maar ik zie die fans die van zingen houden geen vijf kilo aardappelen kopen’’, riep raadslid Van Schaik van Leefbaar Rotterdam.
Kort bulderend gelach in de raadszaal van het stadhuis tijdens de discussie over de verplichte plek van Eurovision Village in de stad.
Snel daarna trokken alle gezichten weer strak ambtelijk in de plooi, want de Rotterdamse marktkooplui voelen zich behoorlijk in hun kruis getast met de aanwijzing van de Binnenrotte als fanzone. Ze moeten wieberen tijdens het zingen. ‘’Bij elkaar toch zo’n 1.5 miljoen inkomstenderving’’, rekende Van Schaik voor, ‘’en ik neem aan dat u daar in uw begroting rekening mee hebt gehouden.’’
‘’Vast wel’’, dacht ook raadslid Segers-Hoogendoorn, die zich als geboren Limburger maar al te goed herinnerde hoe na de Giro de markt in Maastricht met het waswater was schoon gespoeld om de wielrenner Tom Dumoulin te huldigen. ‘’Toen kregen de marktkooplui hun verlies óók gecompenseerd.’’
Maar zo royaal was Songfestival-wethouder Kasmi niet. Nog niet tenminste. Hij wilde niet op de zaken vooruit lopen en Leefbaar en het CDA kregen ook geen antwoord of hij een schadepotje heeft. In elk geval was ruimdenkendheid niet de norm. Ook wethouder Kathmann had de Brabantiabus thuis gelaten.
Wel lispelde Kasmi een heel klein excuusje toen Segers-Hoogendoorn hem plat had over het gestuntel in de communicatie naar de marktkooplui. Volgens Van Schaik hadden die pas eind van de vorige maand het officiële bericht binnen gekregen dat ze gedurende vijf weken hun biezen moeten pakken. ‘’Maar de bewoners wisten het al een maand eerder, rara’’, riep Van Schaik, om eraan toe te voegen: ‘’De marktkooplieden mogen nu op 17 maart naar de bieb komen om aan te horen hoe het verder moet. Van één tot vijf uur, staat er op de uitnodiging. Maar dan werken ze, wethouders.’’
Kasmi en Kathmann hielden bij hoog en laag vol dat er enorm was gepuzzeld voor een plek van Eurovision Village. Maar zelfs het zingende raadslid Smet, die vijfduizend Songfestivalliedjes uit z’n hoofd kent, betwijfelde dat. ‘’Er stonden er in het bidbook twee: Het Willemplein en de Binnenrotte. En een kind kon begrijpen waar men dan op zou uitkomen.’’
‘’Had dat dan ineens tegen die marktkooplui gezegd’’, vond Segers-Hoogendoorn, ‘’dan had je een hoop gedonder kunnen voorkomen.’’
‘’Ho, ho’’, repliceerde wethouder Barbare Kathmann van Economie, ‘’laten we nou niet de fout maken om te denken dat bij zo’n groot nieuw spektakel alles appeltje-eitje is. Er komen nog genoeg auto’s in de knel en wat dacht u wat de RET straks allemaal uit de kast moet halen. Er zit een hele bijsluiter bij.’’
Volgende maand weten de marktkooplui hun tijdelijke standplaats als ook over de suggestie van de Mariniersweg is beslist. ‘’En niet verspreiden, gewoon collectief verplaatsen’’, vonden de protesterende raadsleden.