door Jan D. Swart
Omdat het gunstige (of ongunstige) verloop van het coronavirus volgens experts alleen te berekenen valt aan de hand van nieuw vastgestelde besmettingen – en niet via het aantal sterfgevallen – zijn in het GGD-gebied van Rotterdam-Rijnmond eigenlijk alleen de nieuwe cijfers van kleine plaatsen hiervoor representatief. Niet gemeenten zoals Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Goeree Overflakkee en Vlaardingen met ziekenhuizen waar op dit moment zorgmedewerkers worden getest.
Men ziet die disbalans ook terug in de getallen van zaterdag en zondag. Rotterdam is bijvoorbeeld enorm gestegen (in totaal +148). Maar die stijging staat haaks op de landelijke tendens die voorzichtig gunstige perspectieven laat zien.
Die +148 is dus een bevestiging dat Rotterdam nog altijd volop test. Bovendien betekent die toename - in twee dagen - evenmin dat er zoveel nieuwe besmettingen zijn. Zorgmedewerkers kunnen positief zijn, maar niet ziek en hoeven ook niet ziek te worden.
Als men toch enigszins een idee wil hebben of het aarzelende landelijke succes aanknopingspunten heeft met deze regio, moet men kijken naar de cijfers van kleinere woongebieden waar men niet test, zelfs niet in zorgcentra. En dan is er inderdaad reden tot optimisme, want ook daar ziet men het aantal nieuwe besmettingen afnemen.
Voorbeeld Barendrecht: in 48 uur slechts twee nieuw vastgestelde infecties, waardoor het totaal steeg van 61 (vrijdag) naar 63 (zondag). Niet bijgehouden is hoeveel van deze 63 positief geteste Barendrechters ziek zijn geworden of zelfs in het ziekenhuis terecht zijn gekomen dan wel inmiddels genezen zijn. Ook het dodental is per gemeente niet officieel bekend. Op 1 april stond het aantal besmettingen in Barendrecht op: 34. Op 25 maart op: 15.
Barendrecht:
13-4-2020: +2 (van 61 naar 63) in 48 uur
01-4-2020: 34
25-3-2020: 15
Ridderkerk:
13-4-2020: +2 (van 64 naar 66) in 48 uur
01-4-2020: 37
25-3-2020: 8
Albrandswaard:
13-4-2020: +5 (van 54 naar 59) in 48 uur
01-4-2020: 18
25-3-2020: 28